Preek over ‘Onze Vader’

Preek over ‘Onze Vader’

lezing: Mattheus 6: 5-15

Gemeente van de Heer,

Wij leven in een tijd waarin de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. Wie kon zich tien jaar geleden een Brexit-besluit van de Britten voorstellen? Dat heeft niets met argumenten te maken, maar alles met vertrouwen.
Zelf ben ik geschokt door een regering die zegt ‘Uw lichaam is van ons, tenzij u het anders aangeeft’, en ik heb mij laten uitschrijven als donor. En als ik dan zelf een nier of een hart nodig heb? Heel eerlijk: ik moet er niet aan denken, da ik van iemand een orgaan zou krijgen die daar niet zelf van tevoren heel bewust voor gekozen heeft. Stel, Jantje of Pietje overlijdt door een ongeluk, de organen ongeschonden, de familie getraumatiseerd, en dan horen ze het nieuws dat ze nog even moeten wachten op het stoffelijk overschot tot de organen van overheidswege zijn verwijderd – in wat voor maatschappij leven we dan? Ik vertrouw de overheid niet meer, en ik ben niet de enige als ik het politieke klimaat goed aanvoel.
Hoe kan dat? Te grote ambities, te weinig echte macht. Van de gemeente krijg ik een brief met de vraag of ik wel genoeg beweeg. Sinds wanneer kan de gemeente door het sturen van brieven één el aan mijn leven toevoegen? Zelfs de landelijke overheid heeft als het erop aankomt bitter weinig te vertellen: enkele grootmachten, een aantal multinationals, en verder onbestuurbare massa’s – die bepalen wat er gebeurt. Als de overheid zich beperkt tot het onderhoud van de wegen, redelijk onderwijs en hier en daar wat blauw op straat, is dat voldoende. Meer hoeft niet, meer kan niet – en wie meer probeert, verliest het vertrouwen van de burgers.

In het geloof geldt hetzelfde. Mensen zetten God de deur uit omdat ze zijn bestaan niet kunnen rijmen met alle ellende op aarde, en keren de kerk de rug toe om de fouten die daar worden gemaakt.
Maak je het dan ook niet te groot? Het geloof is er niet voor, om alles wat er op aarde gebeurt te begrijpen. Als je alles wilt kunnen rijmen, ga je zelf op de stoel van God zitten. Als je van een kerk eist dat ze geen fouten maakt, dan kun je geen mensen in de kerk gebruiken. Is er misschien een andere manier?

Jezus leert het ons anders, en dat was in die tijd revolutionair. God niet aanroepen als de koning van hemel en aarde, maar gewoon als ‘onze Vader’. Jezus brengt God van de troon in de nationale tempel naar de eettafel in de huiskamer. En als je bidt, zegt Hij, hoef je daar de hele wereld niet bij aan te halen en je gebed hoeft niet voor iedereen bestemd te zijn. Houd het op de schaal waarvoor het is bedoeld: een gemeenschap die je kunt overzien, een groep mensen die in een zaaltje past – hooguit.
En als je dan bidt, spreek je inderdaad uit dat je gelooft dat één keer Gods wil zal geschieden, op aarde net als in de hemel. Maar je maakt het concreet in je eigen leven: dagelijks brood, zoveel als je voor één dag nodig hebt. We hoeven niet te bidden voor een veilig levensplan met 100% dekking tot in ons 85ste levensjaar. We mogen bidden om voedsel voor één dag, en dan morgen terugkomen. Anders verliezen we het vertrouwen, en dat is funest voor de band met God.
Zo is het ook met het vergeven. Veel mensen gaan er werkelijk onder gebukt dat ze iemand niet kunnen vergeven, en vrezen de woorden van Jezus: Dan vergeeft God jou ook niet! Maar vergeving lukt niet altijd. Je moet het allebei willen, en allebei kunnen. Ook deze bede is bedoeld om te functioneren op de schaal van de huiskamer. Degenen die brood en wijn delen, hebben onderling niets meer te eisen of goed te maken. Die hebben elkaar omarmd en in de ogen gekeken, en hoe ze ook door het leven stuntelen, ze houden elkaar vast. En alle andere schuld en schade, daar rekent Jezus mee af.
Zo is het ook met het kwaad om ons heen. We hoeven God niet te bidden dat ons geen rampen treffen, als bestuurder van hemel en aarde die speciaal aan ons aandacht moet geven. Nee, rampen treffen ons net zo goed als ieder ander. En we mogen God als onze Vader vragen ons te redden als dat gebeurt, en dan laat Hij ons niet stikken.

Jezus heeft het geloof van de nationale tempel in de huiskamer gebracht, en op die schaal moeten wij het waar maken. Misschien moesten we als kerkgemeenschap ook meer doen in de richting van mensen die in deze tijd het vertrouwen verliezen in de machten rondom en boven hen. Zekerheid kunne we niet bieden. Maar we kunnen wel een thuis bieden waar we samen zorgen dat niemand een dag zonder eten of drinken zit. Waar we elkaar vasthouden, omdat we elkaar niet kwijt willen. En waar we er voor elkaar zijn op het moment dat rampen ons pad kruisen. Zo’n kerk zou wel eens meer toekomst kunnen hebben dan de kerk die we gewend zijn, als instituut, als deel van het openbare leven. We moeten misschien wel terug naar de huiskamer, net als de allereerste gemeente.
Als we tot God bidden als onze Vader, zoals Jezus ons leert, en we maken dat waar in onze eigen kring, dan geloof ik dat we meer ruimte krijgen. Het geloof niet groter maken, maar kleiner – dat zou ons wel eens het vertrouwen kunnen hergeven dat we zo broodnodig hebben om te leven.

Amen

Lollum: ds. Liuwe H. Westra

Hier kunt de preek in het Fries lezen.