Nathanael

Nathanael

Nathanael

Aan het begin van het Evangelie van Johannes staat hij genoemd, een discipel die een paar intrigerende opmerkingen van Jezus losmaakt, en van wie we verder bijna niets weten. Wie was hij, en vooral: hoe kon Jezus zeggen dat hij ‘een Israeliet zonder bedrog’ was?
Het verslag dat Johannes aan het eind van zijn eerste hoofdstuk geeft van de roeping van een aantal discipelen is heel interessant. In andere evangeliën staat het verhaal beschreven zoals het de meesten van ons voor ogen staat: Jezus die langs het water liep, en Simon en Andreas riep. Dat water is het meer van Galilea, en Simon en Andreas zijn aan het vissen. Jezus roept ze bij hun netten vandaan, en ze volgen Hem. Een nieuwe beweging is geboren, en dit gebeurt allemaal nadat Jezus is gedoopt en de verzoeking in de woestijn heeft doorstaan. Hij is dan weer naar huis gereisd in Nazaret, hoort dat Johannes gevangen genomen is, en begint dan op te treden.
Maar bij Johannes (de Evangelist) lezen we iets anders. Johannes (de Doper) is dan nog actief. Hij ziet Jezus lopen (waarschijnlijk vlak nadat deze Zich door hem heeft laten dopen), en wijst een aantal van zijn eigen leerlingen op Jezus, in wie hij degene herkent die groter is dan hijzelf. Deze twee, hoogstwaarschijnlijk Johannes (de Evangelist) en Andreas, zijn niet aan het vissen, maar hebben blijkbaar uit eigen beweging de stap gezet in ieder geval naar Johannes de Doper te luisteren, en misschien hebben ze zich wel bij hem aangesloten. Ook hun broers, Jacobus en Simon Petrus zijn in de buurt te vinden, en vervolgens Philippus en Nathanael. Pas als dit zestal met Jezus kennis heeft gemaakt, gaat Jezus naar Galilea (terug), en zijn kersverse leerlingen besluiten Hem te volgen.
De kennismaking met Nathanael wordt nog het meest uitgebreid beschreven. Hij wil er eerst niets van weten dat een Jezus uit Nazareth de Messias zou zijn, maar gaat toch met Philippus mee om kennis te maken. Vervolgens spreekt Jezus hem aan met de bekende woorden ‘Een Israeliet in wie geen bedrog is’. Nathanael voelt zich daardoor zo gekend, dat Hij Jezus vraagt hoe Hij dat weet. Jezus zegt dan, dat Hij Nathanael heeft zien zitten onder een vijgeboom – en vanaf dat moment is Nathanael leerling van Jezus geworden. Een kleine, raadselachtige scène. Wat gebeurt hier precies?
Johannes, die alle betrokkenen persoonlijk heeft gekend en de gebeurtenissen heeft meegemaakt, vindt het blijkbaar belangrijk om dit allemaal te vertellen. Maar hij vertelt niet alles. Zo zullen we nooit weten wat Nathanael onder de vijgeboom deed, en waarom Jezus dat kon gebruiken als bewijs voor zijn kennis van Nathanaels inborst. Zo wordt er wel aangenomen, dat Nathanael onder die boom aan het bidden of mediteren was, of dat hij bezig was de Schrift te bestuderen. Nog mooier is de legende, die weet te vertellen dat Nathanael als baby door zijn moeder gered is van de kindermoord in Betlehem doordat zij hem onder een vijgeboom verstopte … Maar nogmaals, dat zijn dingen die wij waarschijnlijk nooit precies zullen weten.
Wat van belang is, is dat Jezus vanaf het eerste moment van zijn optreden blijkbaar de gave had mensen tot in het hart te doorzien, en dat door die gave velen tot Hem zijn gekomen. Zo zal later een vrouw tegen haar bekenden zeggen: “Hij heeft alles gezegd wat ik gedaan heb” – en dat is voor die vrouw reden genoeg om in Jezus te geloven. Zo mag iedereen weten, die zich het hoofd breekt over wie of wat Nathanael precies geweest is, dat Jezus ook ieder van ons volkomen kent – en ons, zoals we zijn, uitnodigt om ons leven aan Hem toe te vertrouwen.

Liuwe H. Westra (april 2008)