De morgen

De morgen

De morgen

In de zomer krijgen we weer onze extra portie daglicht, en wie de morgen goed meeneemt kan in deze tijd weer heel wat doen. Liefhebbers van Dik Trom herinneren zich misschien wel, dat Dik in de zomer bij voorkeur om 5 uur opstaat, omdat hij het zonde vindt in bed te liggen als er al weer zo’n kostelijke dag is begonnen. Anders zijn er nog wel de spreekwoorden als ‘de morgenstond heeft goud in de mond’ en ‘moarns let, de hiele dei let’, om ons aan te sporen de dag goed mee te nemen. (Een heel leuk verhaal vind ik dan trouwens weer dat van de moeder die haar luie zoon graag vroeg wilde laten opstaan en vertelde dat een kennis eens een goedgevulde beurs had gevonden ’s ochtends vroeg. Omdat hij zo vroeg was opgestaan, had hij de beurs gevonden en niet iemand anders. Maar zoonlief antwoordde: degene die de beurs heeft verloren, was nog vroeger! – en hij vond het dus verstandiger nog even te blijven liggen. Elk voordeel heb z’n nadeel.)
De aandrang om ‘de dag mee te nemen’ heeft ermee te maken, dat voor ons gevoel de dag begint als het licht wordt. Als je er dan al bij bent, heb je invloed op de gang van zaken vanaf het allereerste moment, en kun je er het maximum uit halen. En we weten allemaal ook uit ervaring: als er veel te doen is, kun je maar beter vroeg beginnen. Je kunt beter iets voorlopen, dan steeds achter de feiten aan moeten lopen. Een waarheid als een koe.
Toch heeft de morgen in de Bijbel een heel andere klank. De morgen is daar niet het begin van de dag, maar het vervolg. De dag begint volgens de Bijbel immers ’s avonds. ‘Het was avond geweest, en het was morgen geweest: de eerste dag,’ staat er in Genesis. De dag begint met de rust van de avond, de slaap van de nacht, en dan pas de nieuwe activiteit van de morgen. Als de morgen begint, is de dag al een nacht bezig. En in die dag heeft God alweer acht uur gewerkt. Wij beginnen ’s ochtends niet, we komen erbij.
Het is ook om die reden dat verschillende keren in de Bijbel wordt gesproken over verlossing in de morgen. Heel bekend is de tekst uit Psalm 30: ‘Met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op.’ Het is een tekst die vooral veel zieken en treurenden aanspreekt. Als het eerst maar weer morgen is … Het is de erkenning dat onze krachten aan het eind van de dag uitgeput zijn, en dat we de situatie niet meer kunnen veranderen. En de verwachting, dat de wereld er morgen weer anders uit zal zien. ‘Moarns sjocht it wer út oare eagen,’ zeggen we dan in het Fries. Waarop is die verwachting gebaseerd? Op het geloof dat ook als wij niets kunnen doen, God toch bezig is. Als wij de situatie niet kunnen veranderen, dat dan toch de zaak niet hopeloos hoeft te zijn. Als wij moeten rusten, werkt God door.
Ik hoop, dat er ook deze zomer veel goede en hoopvolle nieuwe morgens mogen aanbreken voor ieder in onze dorpen. En dat we het nieuwe seizoen fris en uitgerust mogen beginnen. En dat God in de tussentijd ook in Lollum en Waaksens doorwerkt.

Liuwe H. Westra (july 2008)